Janneke Jonkman
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.
De gynaecoloog wist zeker dat Bianca zwanger was van een eeneiige tweeling, want wat er op de echo te zien was, kón bijna niet. Maar bij een volgende echo werd het duidelijk: er bleek iets heel bijzonders aan de hand met Bianca’s tweelingzwangerschap.
“Voor ons oudste zoontje, die nu inmiddels bijna 10 is, hebben wij een heel traject gehad. Uiteindelijk raakte ik bij de tweede IVF-poging zwanger van een cryo. Uit deze poging waren nog een aantal cryo’s over en we wisten al snel na de geboorte van Olaf dat wij graag een broertje of zusje voor hem wilden. Helaas mislukte de terugplaatsing van de cryo’s. Ook de eerste IVF-poging mislukte, maar ook hier hadden we gelukkig nog een aantal cryo’s van over. De maand erna (een verplichte rustmaand) raakte ik spontaan zwanger. Helaas ging dit met acht weken mis. Daarna is er weer een cryo teruggeplaatst; dit ging ook niet goed. Maar na de terugplaatsing van de tweede cryo was ik eindelijk zwanger! We konden ons geluk niet op. Super zenuwachtig (met de miskraam daarvoor nog in ons achterhoofd) gingen we met zeven weken naar de fertiliteitskliniek voor een echo. De gynaecoloog die de echo maakte, zag al snel een kloppend hartje, maar ik had vlak daarvoor nog iets op de echo gezien – als je in het verleden zoveel echo’s hebt gehad, weet je een beetje waar je op moet letten. Na voor mijn gevoel een heel lange tijd zei de gynaecoloog: ‘Huh, hier zit nog iets.’ Ik bleek het goed gezien te hebben: er bleek nóg een vruchtje te zijn met een kloppend hartje.
De gynaecoloog vroeg of ze in Zwolle twee cryo’s terug hadden geplaatst, maar dit was niet zo. Ze ging het opzoeken in de papieren en kwam terug met de mededeling dat wij gelijk hadden: er was inderdaad maar één cryo teruggeplaatst. Het vreemde was alleen dat het op de echo om een twee-eiige tweeling leek te gaan. Een andere gynaecoloog vond dit onwaarschijnlijk en was ervan overtuigd dat het toch echt eeneiig was. Toen kwam de twintig weken echo en wat bleek? Het waren een jongen en een meisje! Er was iets onwaarschijnlijks gebeurd: één foetus was van de terugplaatsing en de ander is spontaan verwekt. Dat betekende dat er één al in maart was “gemaakt” en de ander in juni!
De bevalling verliep al net zo opvallend als de verwekking van de baby’s. Met ruim 35 weken kon mijn lichaam het niet meer aan: mijn buik was enorm, ik had erg last van bekkeninstabiliteit en moest ’s avonds kruipend de trap op. In overleg werd er een datum gepland om me in te leiden. De kindjes waren goed op gewicht, anders zouden ze dit nooit gedaan hebben.
Maar op de dag zelf – ik lag al op de verloskamer – was er een andere gynaecoloog en die vond het inleiden toch te risicovol. Deze gynaecoloog besloot om het eerst met een ballonnetje te proberen. Wij waren het hier zelf niet heel erg mee eens: ik had een heel sterk gevoel dat deze kindjes snel geboren moesten worden. De gynaecoloog beloofde ons dat ik de dag erna alsnog ingeleid zou worden. Een dag na het plaatsen van het ballonnetje werd ik naar de verloskamer gebracht. Ik vroeg of het niet verstandig was dat ze eerst zouden kijken, maar dit was niet nodig, werd er gezegd. Toen ze uiteindelijk gingen voelen, bleek het eerste kindje weer omhoog te zijn gegaan en durfde de verloskundige de vliezen niet te breken, omdat er dan een kans zou zijn dat de navelstreng zou zakken. De gynaecoloog heeft uiteindelijk de vliezen gebroken terwijl de verloskundige op mijn buik drukte. Dit ging gelukkig goed en de bevalling kwam goed op gang. Vlak daarna kwam mijn man; hij was ’s morgens eerst thuis om de oudste te verzorgen.
Rond 19.00 uur gaf ik aan dat ik het idee had te gaan bevallen, maar volgens de verpleegkundige was het nog niet zo ver. Ik gaf meerdere malen aan dat mijn dochter toch echt geboren ging worden, maar ze legde mij op mijn zij, zodat er minder druk zou zijn. Wel haalde ze toen de verloskundige erbij omdat ze wel het idee had dat het wat sneller ging dan gedacht. De verloskundige kon nog net haar handschoenen aandoen om de baby op te vangen. Om 19.07 is Elin geboren met een gewicht van 3260 gram en ze werd even op mijn buik gelegd. Er zou eigenlijk een heel team klaar moeten staan, maar omdat het erg druk was en het ineens zo snel ging, waren op dat moment alleen de verloskundige en de verpleegkundige aanwezig. Vervolgens werd met een echo naar het tweede kindje gekeken, maar dit kindje zakte niet. Ze wisten toen nog niet hoe dit kwam. Ik werd er al op voorbereid dat het een spoedkeizersnede zou worden, maar de gynaecoloog wilde dat ik het toch nog eens zelf zou proberen. De weeënopwekkers gingen aan, maar het mocht niet baten en ik werd met spoed naar de ok gebracht. Daar kwam om 19.44 uur Jens ter wereld met een gewicht van 2962 gram. Omdat het zo’n spoed was, stond er nog geen kinderarts klaar en werd Jens direct naar de kinderafdeling gebracht, waar ze nog ruim drie kwartier met hem bezig zijn geweest om hem stabiel te krijgen. Zijn eerste apgarscore was een 1. Achteraf bleek dat zijn placenta is los geraakt tijdens de bevalling van Elin. Ik gaf al eerder aan dat wij erop stonden dat de kindjes gehaald werden, nu achteraf denk ik dat ik misschien wat heb aangevoeld. Ik heb in mijn zwangerschap veel bloedverlies gehad, wat waarschijnlijk van de placenta af kwam. Er was een arts die zei: als dit thuis was gebeurd, dat de placenta los was geraakt, hadden jullie het alledrie niet na kunnen vertellen.
Mijn bevalling en onverwachte spoedkeizersnede hadden veel impact. Vooral het beeld van mijn zoontje en mijn man die er van een afstandje naar stond te kijken, bleef nog lang op mijn netvlies hangen. Aan alles zag ik dat het niet goed was. Met Elin voelde ik meteen een band, omdat zij even bij mij heeft gelegen. Omdat Jens direct van de ok naar de kinderarts werd gebracht, heb ik hem maar heel even gezien. Toen ik zelf stabiel genoeg was, werd ik naar de kinderafdeling gebracht waar hij in een couveuse lag. Het klinkt heel raar, maar ik voelde weinig. Als ze hadden gezegd dat dit kindje van iemand anders was, had ik het ook geloofd. Pas toen ik hem die dag erna in mijn armen kreeg, voelde ik dat hij bij mij hoorde. Ik heb mij geschaamd voor dat eerste gevoel, maar ik heb het er met een arts over gehad en die zei dat dit vaak gebeurt. Het is een soort bescherming voor jezelf, en omdat ik hem nog niet vast had gehad, moest het gevoel nog groeien. Uiteindelijk kwam het helemaal goed met dat gevoel!
Toch heeft het nog een tijd geduurd voor ik alles een plek had gegeven. Ik heb er ruim twee jaar lang niet over kunnen praten zonder dat ik moest huilen. We hadden zoveel moeite gedaan om zwanger te worden en dan overlijdt er bijna een kindje! Nu gaat het erg goed met ons. Ze zijn inmiddels 7 jaar oud en van de slechte start van Jens is niks meer te merken. Ik ben ontzettend blij en dankbaar dat wij drie wondertjes hebben mogen krijgen en sta daar nog vaak bij stil. Ondanks alles kijk ik er positief op terug. Tegen moeders die zwanger zijn van een tweeling en nog gaan bevallen zou ik willen zeggen: luister goed naar je gevoel en je instinct en kom vooral voor jezelf op! Je weet het als moeder zelf vaak het best.”
Tekst en beeld: Bianca Nijsink
Janneke is het gezicht achter My Little Dutch Diary en schrijver van onder meer 'O jee, het zijn er twee'.